Warmteplan Amstel III

Hoe verschillend de gemeente omgaat met burgers en ondernemingen wordt duidelijk als je kijkt naar de wijzigingen die het college van Amsterdam aanbrengt in besluiten.
 
 "Op 16 februari 2022 is het Warmteplan Amstel III-Paasheuvelweggebied vastgesteld. Tegen dit besluit is beroep ingesteld door een aantal vastgoedontwikkelaars. Uit het beroepsschrift volgt dat de redactie van de gestelde eis voor zover het betreft de mate van bescherming van het milieu van het collectieve energiesysteem kennelijk tot verwarring leidt.
In het Warmteplan is geen warmteconcept vastgelegd en bij het vaststellen van het Warmteplan was geen warmte-exploitant bekend.
 
In paragraaf 3.7 van het Warmteplan is de mate van bescherming van het milieu als volgt beschreven:
Emissie van fijnstof. Een alternatief mag binnen het gebied van het warmteplan de achtergrond- concentraties van fijnstof niet verhogen. Omdat de luchtkwaliteit in het warmteplangebied niet optimaal is en sprake is van hoge achtergrondconcentraties, is uitgangspunt dat een alternatieve warmtevoorziening geen fijnstof emitteert. Er worden derhalve alleen emissievrije technieken toegestaan in het plangebied.
Onder a is bepaald dat de titel van paragraaf 3.7 van het Warmteplan wordt gewijzigd in ‘Bescherming van het milieu collectieve energiesysteem’;
Onder b is bepaald dat de zin ‘Het collectieve energiesysteem emitteert geen fijnstof in het gebied van het warmteplan’. Met deze toegevoegde zin is verduidelijkt dat het collectieve energiesysteem de achtergrondconcentratie fijnstof in het warmteplangebied niet vergroot. Dit betekent dat ook een alternatieve systeem de achtergrondconcentratie van fijnstof in dit gebied niet mag vergroten. De raad beoogt hiermee het gebruik van hout- en palletkachels en andere warmtebronnen die fijnstof emitteren als alternatieve warmtevoorziening te voorkomen"
 
De term 'bescherming van het milieu' wordt vervangen door 'bescherming van het milieu collectieve energiesysteem'
Daarmee hoeven de vastgoedontwikkelaars niet bang te zijn dan 'het milieu' ook hun eigen projecten betreft. 
Voor grote ondernemers is het college altijd meteen bereid om 'het milieu' te beperken tot het warmteplan, en deze groep hun kennelijk noodzakelijk geachte 'bescherming' van hun mogelijk milieu-onvriendelijke projecten te garanderen.
Het warmteplan moet voldoen aan de eisen om het milieu niet aan te tasten, maar dat geldt niet voor de vastgoedontwikkelaars.
Zo blijft Amsterdam voortboeren met maatregelen die bijzonder beperkt zijn en enkel tot doel hebben de status quo van het milieu te behouden. Zo haalt Amsterdam nooit de doeleinden voor een beter milieu. Want dat is wat tenslotte alle gewone burgers van de stad willen.